Sinds september 2020 wint Frisia Zout BV zout van onder de Waddenzee, voor de haven van Harlingen. De grote bodemdalingsschotel die daardoor ontstaat geeft aan de rand, in de haven van Harlingen, nog 2 cm bodemdaling.
In 2014 vroeg de vereniging Oud Harlingen de gemeenteraad om niet aan de zoutwinning mee te werken 'totdat onomstotelijk vaststaat dat die geen bedreiging kan vormen voor het monumentale Harlinger erfgoed.' Toen die brief geen effect had organiseerde de vereniging een bijeenkomst met particuliere huiseigenaren, rentmeesters van kerken en plaatselijke, provinciale en landelijke erfgoedorganisaties.
Dat overleg leidde tot de oprichting van de Stichting Bescherming Historisch Harlingen. Doel van de nieuwe stichting is alle soorten schade te voorkomen: materiële schade aan panden, maar ook emotionele en psychische schade, bedrijfsschade én imagoschade aan Harlingen als monumentenstad.
Om oplossingen mogelijk te maken voor de gevolgen van de zout- en gaswinning in Noordwest-Fryslân werd rond 2008 het project 'GoFraHa' gestart. Deze afkorting staat voor 'GebiedsOntwikkeling Franekeradeel-Harlingen'. De betrokken partijen, waaronder provincie, gemeenten, Frisia Zout en gaswinner Vermilion, legden samen ca. 48 miljoen euro voor de maatregelen op tafel.
Het meeste geld is besteed aan compensatie van boeren en aan weg- en oeveronderhoud. Om de bodemdaling te compenseren werden onder meer vier bruggen verhoogd en vernieuwd en kwamen er 2 nieuwe gemalen. Verder werd een reeks aan andere projecten gerealiseerd zoals 35 kilometer aan natuurvriendelijke oevers, de aanleg van twee vispassages en het verbreden van 20 kilometer sloten. Ook gingen de dorpskernen van Tzummarum, Oosterbierum, Sexbierum en Wijnaldum op de schop. Nu, na 17 jaar, is de laatste één miljoen euro onder de dorpen verdeeld, waarmee het schadeherstelproject ten einde is gekomen.
Het kabinet heeft TNO de economische en maatschappelijke waarde van zout laten onderzoeken. In 2023 publiceerde TNO al een maatschappelijke kosten-batenanalyse over opslag van waterstof in zoutcavernes. Het kabinet ziet daar veel potentie in. Om die reden is overwogen zoutwinning 'van nationaal belang' te verklaren. Met zo'n status is het Rijk bevoegd om de aanleg van cavernes in een omgevingsplan toe te laten. Met deze zogenoemde 'doorzettingsmacht' kan de landelijke overheid de lokale en provinciale overheden dus 'overrulen'.
Zo ver wil het kabinet (nog) niet gaan, schrijft de minister nu. Het kabinet hecht immers ook het belang van een goede, open en transparante samenwerking met decentrale overheden. 'Het inzetten van projectprocedures (...) past daar niet bij'. Tegelijk met dit besluit is een achtergronddocument over het belang van zoutwinning gepubliceerd. Klik hier om dat te lezen.
Zoutwinner Nobian mag na 19 november 2025 nog 10 jaar doorgaan met actieve zoutwinning uit de acht bestaande grote en hoge cavernes van Nobian in Zuidwending. Gisteren heeft het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG) haar ontwerp-instemmingsbesluit daarover gepubliceerd.
Met het besluit negeert minister Hermans het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM). In december 2024 adviseerde de toezichthouder niet met verdere winning in te stemmen, omdat de vraag is of de Zuidwending cavernes veilig af te sluiten zijn. SodM maakt zich zorgen over de periode na afsluiten. In februari en april 2025 vroeg het ministerie SodM om een aanvullend advies. Ook op basis van extra documentatie kwam SodM echter niet tot de conclusie dat de veiligheid nu gewaarborgd is. De minister volgt het advies van SodM niet op, en verlengde de zoutwinning nu tot december 2035. Wel moet Nobian binnen 5 jaar aangeven hoe de cavernes veilig en duurzaam af te sluiten zijn.